De CVP ondersteunt de zus van een cliënt maar tijdens die ondersteuning kom je erachter dat de zus niet de vertegenwoordiger van de cliënt is. De zoon van de cliënt is mentor. Kun je de zus dan blijven ondersteunen?
Antwoord:
De Wzd geeft aan dat de cliënt en zijn vertegenwoordiger een beroep kunnen doen op de CVP Wzd.
Verschillende mensen kunnen optreden als vertegenwoordiger.
- De wettelijk vertegenwoordiger:
De ouder of voogd van de minderjarige cliënt (tot 16 jaar),
De door de rechter benoemde vertegenwoordiger, zijnde de mentor of de curator van de meerderjarige cliënt.
Als deze er niet is:
- De schriftelijk gemachtigde vertegenwoordiger, dat is degene die door de cliënt benoemd is als zijn vertegenwoordiger.
Als deze er niet is of niet optreedt:
- De echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel van de cliënt.
Als deze er niet is of niet optreedt:
- De ouder, broer, zus, kind, grootouder of kleinkind van de cliënt.
Daar waar de rechter de zoon van de cliënt tot mentor heeft benoemd, heeft de zus van de cliënt dus niet meer de rol van vertegenwoordiger en kan daarmee dus ook geen beroep doen op de CVP Wzd.
Toch betekent dat niet dat de CVP Wzd in deze situatie niets kan doen. Als eerste kun je de zus van de cliënt erop wijzen dat als de cliënt de probleemsituatie herkent en samen met de zus in gesprek wil gaan met de CVP dat je dan wel kunt blijven ondersteunen. De cliënt zelf is dan de klager.
Een andere mogelijkheid, daar waar de cliënt wilsonbekwaam ter zake is, is dat zus de mentor betrekt bij de probleemsituatie. Dan kun je als CVP Wzd de zus en mentor samen blijven ondersteunen.
Maar juist in situaties waarin de vertegenwoordiger namens de ter zake wilsonbekwame cliënt heeft ingestemd met de zorg, is daar waar de cliënt zich verzet tegen die zorg, sprake van onvrijwillige zorg en heeft de cliënt recht op ondersteuning van de CVP Wzd. En als de cliënt niet in staat is tot een gesprek daarover, kan de zus optreden als degene die de cliënt ondersteunt bij het bespreken en eventueel indienen van de klacht. De positie van een niet-vertegenwoordiger als ondersteuner van de cliënt bij een klachtenprocedure is recentelijk door een uitspraak van de KCOZ (26 augustus 2022-22A) erkend. Voorwaarde daarbij is wel dat de cliënt laat zien de klacht te delen. Het is aan de CVP Wzd om te onderzoeken en vervolgens te bepalen of de CVP Wzd deze niet-vertegenwoordiger kan ondersteunen.
Is dit niet aan de orde, dan kun je de zus wel doorverwijzen naar de klachtenfunctionaris (in het kader van de Wkkgz). Die staat open voor familieleden van de cliënt en dus niet alleen voor de officiële vertegenwoordiger.