Een client veroorzaakt in de nacht behoorlijk wat problemen in een woning. Er komen diverse mensen op bezoek waardoor de situatie dusdanig ernstig is dat het levensbedreigend kan worden voor een andere cliënt. De zorgaanbieder besluit om de cliënt te beperken in zijn vrijheid. Hij mag in de nacht niet meer zijn kamer verlaten, de voordeur gaat ook op slot. Overdag loopt het ook niet goed. Ook dan komen er mensen op bezoek die geen goede bedoelingen hebben met cliënt. Er wordt één op één begeleiding ingezet.
Hoewel het nu rustiger is in de woning, besluit de zorgaanbieder toch dat de cliënt overgeplaatst moet worden naar een nieuwe woonlocatie. Er is te veel gebeurd de afgelopen maanden. De cliënt ervaart ook nog altijd veel spanning van de gehele situatie. De verwachting is dat door een overplaatsing de maatregelen ook weer afgebouwd kunnen worden.
De zorgaanbieder geeft aan dat zij het recht en de plicht heeft om een andere woonplek aan te wijzen voor de cliënt, omdat zij belast is met de taak om de zorgvraag van haar cliënten op een verantwoorde wijze te beantwoorden, waarbij dit zowel geldt voor deze cliënt als zijn medecliënten. De vertegenwoordiger is het er niet mee eens. Valt dit nu wel of niet onder de Wzd? De cliëntenvertrouwenspersoon wordt door de vertegenwoordiger om advies gevraagd.
Antwoord:
In de Wet zorg en dwang is geen bepaling opgenomen over overplaatsing. Dit betekent dat een cliënt op grond van de Wzd ook geen klacht kan indienen bij de Klachtencommissie Onvrijwillige Zorg. Uiteraard staat wel het reguliere klachtrecht open. De CVP kan de kwestie overdragen aan de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder.
Het is overigens bijzonder dat in de Wet verplichte ggz wel een bepaling is opgenomen over overplaatsing. Dit laat zien dat de rechtspositie ook op dit punt afwijkt. Een cliënt kan onder de Wvggz ook een klacht indienen bij de klachtencommissie verplichte zorg. Op grond van artikel 8:16 neemt de geneesheer-directeur een schriftelijk besluit over overplaatsing. Het verzoek kan worden ingediend door de cliënt zelf, de vertegenwoordiger, de advocaat of de zorgverantwoordelijke. Zodra de geneesheer-directeur het besluit medegedeeld heeft, schriftelijk, wijst hij daarbij cliënt, vertegenwoordiger en de advocaat op de klachtwaardigheid van de beslissing en ook op de mogelijkheid om advies en bijstand te krijgen van een patiëntenvertrouwenspersoon.