Als een cliënt of vertegenwoordiger bezwaar maakt tegen de uitkomst van de toetsing van wilsbekwaamheid, mag de zorgaanbieder dan wel starten met de onvrijwillige zorg?
Antwoord:
De toetsing van wilsbekwaamheid is in de reparatiewet Wzd, die recentelijk is aangenomen en binnenkort in werking gaat treden, gewijzigd. Een persoonlijk begeleider of een verzorgende mag straks ook de toetsing uitvoeren. Als onvrijwillige zorg wordt opgenomen in het zorgplan moet ook bij een cliënt worden getoetst of hij of zij wilsbekwaam ter zake is. De toetsing hoort als het ware bij de zorgvuldigheidseisen rondom onvrijwillige zorg. Als een vertegenwoordiger het niet eens is met de wijze waarop de toetsing plaatsvindt en/of de uitkomst ervan, kan hij verzoeken om een beoordeling door een onafhankelijke deskundige. Een cliënt kan op dat moment een klacht indienen bij de klachtencommissie Wzd (bv KCOZ). Opmerkelijk genoeg kan een cliënt niet verzoeken om een herbeoordeling, maar het staat de zorgaanbieder uiteraard vrij om dat wel aan te bieden.
Wat nu als onvrijwillige zorg al moet worden ingezet, maar er is nog onenigheid over de toetsing? De vertegenwoordiger kan het hypothetisch wel eens zijn met de inzet van onvrijwillige zorg, maar formeel gezien kan e.e.a. nog niet worden vastgelegd in het zorgplan omdat de meningen uiteenlopen over de toetsing van wilsbekwaamheid. De wet zegt ook niet hoe snel een herbeoordeling moet plaatsvinden. Op dat moment moet goed worden bekeken of er sprake is van een ernstig nadeel. Als dat het geval is, kent de Wzd ook de procedure van het toepassen van onvrijwillige zorg in een noodsituatie. Dat geeft de zorgaanbieder 10 dagen de tijd om alles zorgvuldig te regelen waaronder ook de toetsing van wilsbekwaamheid. Of een cliënt wel of niet wilsbekwaam is heeft ook gevolgen voor de inzet van de drie uitzonderingen die ook volgens het stappenplan moeten worden toegepast. Voor een CVP dus belangrijk om hierover uitleg te geven aan een cliënt of vertegenwoordiger.