Een CVP heeft vandaag een afspraak met een vertegenwoordiger van een cliënt. De vertegenwoordiger begrijpt niet waarom haar moeder niet langer wordt gefixeerd in een stoel. Deze fixatie was mede op verzoek van haar uitgevoerd, omdat ze niet wil dat haar moeder valt. Haar moeder verzet zich echter sinds kort tegen de fixatie. Ze wil niet vastgebonden zitten. Op de afdeling wordt nu gezocht naar alternatieven. De dochter is het daar niet mee eens en vindt dat moeder vastgezet moet worden. Wat kan je als CVP hierin betekenen??
Antwoord:
Het vastbinden van moeder in een stoel valt onder het beperken van de bewegingsvrijheid. Deze vorm van zorg moet ook worden getoetst aan het stappenplan, als de cliënt zich niet verzet en wilsonbekwaam ter zake is. Het kan echter niet zo zijn dat deze vorm van zorg wordt ingezet op verzoek van de vertegenwoordiger. Het is aan de zorgverantwoordelijke om in overleg met andere professionals, de cliënt en de vertegenwoordiger om de juiste zorg te bieden aan een cliënt, inclusief een risico-inventarisatie. Het verlenen van onvrijwillige zorg kan dus niet worden afgedwongen bij een zorgaanbieder door een vertegenwoordiger, ook niet als het om een mentor of curator gaat.