Het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Wet zorg en dwang (Wzd) geeft nog maar een minimaal overzicht van wat er aan de hand is. Dit terwijl de sector zelf ook vraagt om meer adviezen en leerpunten. Dit zegt Brenda Frederiks, universitair docent gezondheidsrecht Amsterdam UMC. ‘Het is een mooie aanzet, maar je kunt er toch meer uithalen als inspectie.’
‘Als onderzoeker, buitenstaander en ook als toezichthouder vraag ik mij nu af wat die cijfers zeggen. Het verhaal erachter mis ik een beetje.’ Frederiks vraagt zich bijvoorbeeld af wat de inspectie heeft gezien van de bezoeken die zijn afgelegd. ‘Wat heeft de inspectie hier nu van geleerd? Wat neemt de IGJ mee in het toezicht of bij de bezoeken bij de instellingen? Ook met het oog op de halfjaarlijkse aanlevering cijfers. Ik zou daar wel even wat meer uithalen, ook voor de sector, omdat er best wel wat kritiek is geweest op de wet.’
Grote lijnen
‘Het veld wil wel weten waar de inspectie op let’, vertelt Frederiks. ‘Maar ook cliënten en vertegenwoordigers willen weten wat er goed gaat en niet. Volgens mij is het voor allerlei partijen in de zorg wel belangrijk om te weten wat er binnen komt. Ik zie de IGJ ook als de instantie die ergens de grote lijnen uithaalt.’
Zo mist Frederiks onderwerpen waar zorgaanbieders beter op hadden kunnen letten of iets wat ze mee kunnen nemen in het beleid. ‘Ook voor het OM, CIZ en de rechters. Rechters worstelen ook heel erg met de vraag onder welke wet een cliënt valt.’
Gebruik Wzd en Wvggz
De IGJ meldde enkele weken geleden de eerste cijfers over het gebruik van de Wzd en Wetverplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Uit de cijfers blijkt dat burgemeesters 1416 keer een inbewaringstelling hebben opgelegd en 9421 beschikkingen hebben afgegeven voor een crisismaatregel. Ook rapporteerde de IGJ cijfers over het aantal klachten en meldingen, maar Frederiks merkt op dat niet alle cijfers lijken te zijn meegenomen.
De IGJ telt bijvoorbeeld acht klachtuitspraken met betrekking tot de Wet zorg en dwang. Maar, merkt Frederiks op, bij de KlachtenCommissie Onvrijwillige Zorg (kcoz) zijn al meer klachten binnengekomen. Verder zijn er ook regionale commissies die zich over de klachten hebben gebogen. Frederiks mist ook informatie over bijvoorbeeld Artikel 21-indicaties en rechterlijke machtigingen. ‘En over de meldingen die zijn binnengekomen, zijn dat er nou veel of weinig? Zelf vond ik het nogal weinig.’
Heel makkelijk
Ook stelt ze vragen bij de aanname van de IGJ dat de instellingen die geen cijfers over verplichte zorg hebben aangeleverd. Van de 80 zorgaanbieders die geregistreerd staan in het Locatieregister Wvggz/Wzd hebben 48 instellingen een analyse aangeleverd. De inspectie gaat ervanuit dat de 32 anders zorgaanbieders geen verplichte zorg hebben verleend. ‘Dat is wel heel makkelijk. Ik weet ook dat dat niet altijd zo is. Er is heel veel onduidelijkheid over wat nou onvrijwillige zorg en verplichte zorg is.’
Zij vraagt zich af of de instellingen die wel degelijk onvrijwillige zorg leveren zich wel laten registreren. ‘Zonder registratie mag je officieel geen onvrijwillige zorg toepassen, maar we weten dat het in de praktijk wel gebeurt. Er zijn best wel wat organisaties die het wel doen, maar niet geregistreerd staan. Het zou wel mooi zijn als de IGJ wat dieper ingaat op die instellingen die geen analyses aanleveren.’
Geschreven door Wilbert Zuil, redacteur Skipr, Zorgvisie en Qruxx