Geheimhoudingsplicht, meldcode en de rol van de CVP Wzd.

Je bent CVP Wzd  in een voorziening voor verstandelijk gehandicapten. Gisteren sprak je met een client (12) die niet blij was dat hij als hij uit school komt op zijn kamer moet zitten. Dat wordt ook wel kamertraining genoemd. Hij vraagt zich toch echt af wat hij moet leren op zijn kamer? Hij kan er ook geen TV kijken. Je bespreekt samen met hem welke stappen hij kan zetten om dit bespreekbaar te maken. Aan het einde van het gesprek vertelt hij tussen neus en lippen door dat hij in het weekend vroeger een hele dag op zijn kamer moest zitten omdat zijn ouders dan niet thuis waren. Nu gebeurt het nog regelmatig dat hij in de nacht alleen thuis is omdat zijn ouders dan uitgaan. Hij past dan ook op zijn kleine broertjes en zusjes. Zijn jongste zus is net een paar maanden oud. Hij vindt dat best spannend want laatst was ze van de commode gevallen toen hij haar een schone luier aan moest doen. Wat doe je nu als CVP?

Antwoord: 

In artikel 59 Wzd is vastgelegd dat een CVP een geheimhoudingsplicht heeft, tenzij een wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht. De cliënt brengt je op de hoogte van een situatie die niet prettig klinkt. Je mag deze informatie echter niet zomaar met andere mensen gaan delen, ook niet met zijn zorgverleners. Er is in deze casus ook geen wettelijke verplichting om melding te doen. De situatie raakt wel aan de meldcode kindermishandeling, maar ook daar is geen meldplicht, wel een moreel meldrecht. In het kader van de meldcode kun je wel als CVP anoniem bellen met Veilig Thuis, om advies te vragen. Daarvoor heb je ook geen toestemming nodig van de client (omdat je het anoniem doet).

Het is handig om in deze casus de stappen van conflict van plichten ernaast te leggen:

Om een beroep te kunnen doen op een ‘conflict van plichten’ moeten in beginsel alle onderstaande voorwaarden zijn vervuld:

  • Alles is in het werk gesteld om toestemming tot doorbreking van het geheim te verkrijgen.
  • Het niet-doorbreken van het geheim levert voor een ander ernstige schade op.
  • De CVP verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht.
  • Er is geen andere weg dan doorbreking van het geheim om het probleem op te lossen.
  • Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking de schade aan de ander kan worden voorkomen of beperkt.
  • Het geheim wordt zo min mogelijk geschonden.

Belangrijk is dat je eerst met de client bespreekt dat je, je zorgen maakt.

Als je client niet wil dat je informatie deelt met anderen, loop je zorgvuldig de andere stappen van ‘conflict van plichten’ af. Als je uiteindelijk besluit om informatie te delen, deel je alleen die informatie die noodzakelijk is om het ernstig nadeel weg te nemen.

Als het mogelijk is, moet de CVP aan de client melden dat hij de gegevens aan een ander gaat verstrekken. Je laat dit alleen achterwege als je daarmee jezelf in gevaar brengt, dan kun je het eventueel achteraf nog melden.

Plaats een reactie