De moeder van een cliënt komt bij de CVP Wzd. Zij wil een klacht indienen over het feit dat haar zoon niet meer in een tentbed slaapt. Zij vindt dit nodig voor zijn veiligheid en nachtrust en het tentbed is zonder overleg met haar als vertegenwoordiger weggehaald.
De moeder is de vertegenwoordiger van de cliënt.
Antwoord:
Standaardprocedure voor de CVP Wzd is dat je nadat je het eerste gesprek met de vertegenwoordiger hebt gehad, langs gaat bij de cliënt. Je gaat, als dat mogelijk is, na of de cliënt de klacht van moeder deelt en of de cliënt het een goed idee vindt dat de vertegenwoordiger deze klacht bespreekt.
De uitkomst van dat gesprek is bepalend voor de ondersteuning aan de vertegenwoordiger.
Als de cliënt het eens is met de klacht, overleg je met de cliënt of en zo ja hoe hij betrokken wil worden in het proces. Daarna kun je verder gaan met de ondersteuning van de vertegenwoordiger, al dan niet samen met de cliënt.
Het kan ook dat de cliënt geen mening heeft over de klacht en/of dat het niet duidelijk is of de cliënt hiertoe in staat is. Dan kun je de vertegenwoordiger ondersteunen.
Ook als je twijfels hebt over de klacht van de vertegenwoordiger. Het is niet aan jou als CVP Wzd om de klacht te beoordelen, je ondersteunt het proces. Het is aan de zorgverlener om de vertegenwoordiger uit te leggen wat goede zorg is in deze.
Als CVP Wzd bewaak je wel de rechten van de cliënten. Daar waar je ziet dat deze in het geding zijn, informeer je betrokkenen hierover.
Als de cliënt het niet eens is met de klacht, draag je de ondersteuning van de vertegenwoordiger over aan een collega CVP. Zo blijf jij voor de cliënt een betrouwbare functionaris waar de cliënt als hij dat nodig vindt een beroep op kan doen.
Meer informatie hierover in de factsheet ‘Feiten en visie op de vertegenwoordiger en de CVP Wzd’.