Een LVB-cliënt komt naar de CVP omdat hij een klacht heeft. Hij mag niet zijn eigen persoonlijk begeleider (PB-er) kiezen. Het team wijst de PB-ers aan en de cliënten hebben daarbij geen inspraak.
Antwoord:
Juist omdat de relatie die de cliënt met de PB-er heeft zo belangrijk is, staat een klacht als deze goede zorg in de weg. Want zonder vertrouwensrelatie kan de PB-er veel minder voor de cliënt betekenen. De vraag is alleen of het niet mogen kiezen van de eigen PB-er een vorm van onvrijwillige zorg is.
Je zou deze situatie kunnen scharen onder vorm 8 van de 9 vormen van onvrijwillige zorg (Wzd art.2 lid 1h) ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten’.
Vrij te vertalen als: ‘Alles wat de cliënt wil en niet mag en alles wat de cliënt niet wil en wel moet.’ Maar dat is wel een heel vrije interpretatie van de Wzd. Het lijkt daarom logischer dat de CVP Wzd de cliënt doorverwijst.
Omdat dit punt niet zozeer een individueel probleem is maar alle cliënten raakt in hun recht op goede zorg, lijkt het daarmee ook meer een punt voor de cliëntenraad dan voor de CVP Wzd. Daar kan de CVP de cliënt op wijzen. Daarnaast staat het de cliënt natuurlijk vrij om een klacht hierover in te dienen maar die klacht past dan eerder in de Wkkgz klachtencommissie dan bij de Wzd klachtencommissie. De CVP Wzd kan de cliënt wijzen op zijn recht op ondersteuning daarbij en waar nodig met een warme overdracht, doorverwijzen naar de klachtenfunctionaris van de instelling.