Wonen bij een zorginstelling met reformatorische grondslag.

Lena wil niet meer meedoen aan de verplichtingen van de zorgaanbieder met reformatorische grondslag.

Vraag:

Lena woont bij een zorgaanbieder met een reformatorische grondslag. Lena is hier jaren geleden als jongvolwassene komen wonen. Hiervoor woonde ze thuis tot haar ouders overleden. Ze neemt contact met de CVP Wzd, omdat ze niet meer wil deelnemen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de reformatorische grondslag.  
Ze is tot de conclusie gekomen dat ze zich niet meer thuis voelt in dit geloof en voelt zich meer aangetrokken tot ‘De vrije gemeente’. Lena wil graag naar de bijeenkomsten van ‘De Vrije gemeente’, maar dit wordt door de zorgaanbieder verboden.  
Ze moet op zondag thuisblijven en meedoen met de kerkdiensten en uit de bijbel lezen. Ze mag niet naar muziek luisteren die ze zelf mooi vindt, omdat dit niet past binnen de reformatorische gedachte. Meermaals komt de begeleiding onaangekondigd binnen om te controleren. Dit zijn afspraken die in de huisregels zijn opgenomen en daar moet Lena zich aan houden.  
De zorgaanbieder ziet een ernstig nadeel in haar gedrag en vindt dat hiermee het beperken gerechtvaardigd is.  
De zorgaanbieder heeft geconcludeerd dat Lena op dit onderdeel wilsbekwaam is. Haar zus is wettelijk vertegenwoordiger en vindt dat Lena zich moet houden aan de verplichtingen vanuit de reformatorische grondslag.  
Zowel Lena als de zorgaanbieder vinden dat ze hier niet meer kan blijven wonen, maar een andere woonplek is niet zomaar gevonden.  

Lena vraagt ondersteuning van de CVP Wzd. Wat kan deze doen? 

Antwoord:

Het is goed om hier een aantal zaken te onderscheiden: 
De huisregels en onvrijwillige zorg in het kader van de Wzd. 

Als het gaat om de huisregels het volgende: 
In de huisregels in deze casus staan zaken die de individuele vrijheid van de cliënt raken en moeten daarom getoetst worden aan de ordelijke gang van zaken en de veiligheid. Het verplicht bijwonen van activiteiten die voortvloeien uit de reformatorische grondslag mag niet worden opgenomen in de huisregels. In de huisregels mogen geen individuele beperkingen staan. Dus ook niets over de muziekkeuze van cliënten en het controleren van begeleiding op de naleving van de huisregels.  
Al deze zaken horen in het zorgplan van de cliënt en daarvoor is de instemming van de cliënt vereist. En de cliënt heeft het recht om terug te komen op eerder gemaakte afspraken. 
Zorg zonder de instemming van de cliënt is onvrijwillige zorg en mag alleen gegeven worden als er sprake is van ernstig nadeel in het kader van de Wzd.  
De zorgaanbieder beroept zich op een ernstig nadeel voor Lena als ze niet meedoet aan de activiteiten. Immers kan ze daarmee in de hel belanden. De vraag is of de Wzd hiervoor bedoeld is.  
Daarnaast speelt de mogelijkheid van ernstig nadeel voor de anderen die last hebben van wereldse muziek e.d.  Daar zou onvrijwillige zorg aan de orde kunnen zijn maar dan pas nadat met de cliënt gekeken is naar de minst ingrijpende oplossing, bijvoorbeeld muziek luisteren mag dan alleen met een koptelefoon op.  

De wens van Lena om te verhuizen is begrijpelijk. Daar is de zorgaanbieder het mee eens. De reformatorische grondslag van de zorgaanbieder en de uitingen die hierbij horen sluiten niet meer aan bij de behoeften van Lena. Daarnaast wordt er van de zorgaanbieder gevraagd om in te stemmen met activiteiten die vanuit de reformatorische grondslag verboden zijn.  
Totdat er een andere woonplek voor Lena is gevonden zal de zorgaanbieder samen met Lena moeten bekijken hoe vorm te geven aan het zorgvraag en de rechten die ze heeft.  

De CVP Wzd kan haar hierin ondersteunen en informeren. De zorgaanbieder heeft Lena op dit onderdeel wilsbekwaam bevonden. Hiermee is Lena de gesprekspartner van de zorgaanbieder en niet zus die wettelijk vertegenwoordiger is.

Plaats een reactie