VRAAG: geen boodschappengeld

Een cliënt belt de CVP met de mededeling dat hij geen boodschappengeld krijgt omdat hij de huishoudelijke dienst niet binnenlaat. Hij vraagt advies aan de CVP. Na overleg met een collega belt hij de cliënt terug met de volgende opties: met ondersteuning van hem in gesprek gaan met persoonlijk begeleider, of een klacht indienen. Client wil graag in gesprek. De CVP neemt contact op met beide begeleiders en maak een afspraak voor die dag daarna.

Begeleiding licht toe dat F. onder bepaalde voorwaarden ambulant mocht wonen en dat dit niet de eerste keer is dat zij huishoudelijke hulp niet heeft binnengelaten. Er is een grens volgens begeleiding en daarop volgt deze maatregel. Wat kan de CVP met deze informatie naar de cliënt toe?

ANTWOORD:

In de Wzd is een voorwaardelijke machtiging opgenomen, wat betekent dat de rechter deze uitspreekt en waarbij een aantal voorwaarden worden afgesproken met de cliënt. De cliënt hoeft niet wilsbekwaam ter zake zijn ten aanzien van deze voorwaarden maar moet zich daar wel aan houden. Zodra dat laatste niet meer het geval is, wordt een cliënt alsnog opgenomen. Dat is de werkwijze van een voorwaardelijke machtiging (de zorgverantwoordelijke moet daarvoor een aantal stappen zetten). In deze casus is niet sprake van een voorwaardelijke machtiging. Er wordt gewoon dwang uitgeoefend. De cliënt

heeft ook geen keuze. In dat geval is er gewoon sprake van onvrijwillige zorg en is het inhouden van boodschappengeld een beperking in de vrijheid het eigen leven vormt te geven. De begeleiders, of eigenlijk de zorgverantwoordelijke, moet op dat moment uit kunnen leggen wat het ernstig nadeel is? Hier lijkt eea ook niet zuiver te gaan want hij wordt gestraft omdat hij de hulp niet binnenlaat. Het is gepaster om daarover in gesprek te gaan met de client, en wellicht gezamenlijk met de begeleiding.

Plaats een reactie